In een gerechtelijke uitspraak is een 48-jarige Oostendenaar vrijgesproken van beschuldigingen van racistisch geweld tegen een groenarbeider in de stad Oostende. De zaak riep vragen op over de gebeurtenissen die op 18 januari 2022 plaatsvonden, en de rechter had twijfels over het verhaal.
Het incident deed zich voor terwijl de groenarbeider zijn werk deed met een bladblazer. Op dat moment zou de beklaagde naar buiten zijn gekomen en vermeende racistische opmerkingen hebben gemaakt en fysiek geweld hebben toegepast. Getuigen hoorden de beklaagde zeggen: “Jullie moeten hier niet werken. Jullie moeten hier zelfs niet zijn.” Daarna zou de arbeider een klap tegen zijn schouder hebben gekregen, gevolgd door enkele schoppen tegen zijn kuit. Een getuige beweerde dat de beklaagde riep: “Afrikanen, zwarten, wat doen jullie hier eigenlijk nog?”
Tijdens het onderzoek beweerde de beklaagde dat hij zich niets van de gebeurtenissen kon herinneren en dat hij aan misofonie leed, wat hem overgevoelig maakte voor bepaalde geluiden. Hij ontkende ook ten stelligste dat hij racistische uitlatingen had gedaan. De procureur merkte op dat de beklaagde al eerder was veroordeeld, waaronder een veroordeling voor geweld tegen een getuige in de huidige zaak.
De procureur vorderde deze keer acht maanden effectieve gevangenisstraf, gezien de eerdere veroordelingen. De verdediging wees erop dat het slachtoffer geen verwondingen had opgelopen en dat de zaak gebaseerd was op verklaringen, waarbij de enige getuige de collega van het slachtoffer was, die twee jaar geleden zelf slachtoffer was van geweld.
De rechtbank vond de twijfel in deze zaak te groot en besloot de beklaagde vrij te spreken, omdat er geen andere getuigen in het dossier waren verhoord.
bron: hln.be
