OOSTENDE/ANDERLECHT – Een vennootschap en de familie achter vier hotels in Oostende en Anderlecht stonden voor de Brugse strafrechter terecht voor aanklachten van zwartwerk, illegale tewerkstelling en schijnzelfstandigheid. Het arbeidsauditoraat heeft een totale boete van 537.600 euro geëist, deels voorwaardelijk. De verdediging heeft om vrijspraak verzocht.
De zaak begon met een controle in Hotel Sunlight in Oostende op 11 oktober 2017. Verdere onderzoeken brachten volgens het arbeidsauditoraat sociale inbreuken aan het licht in Hotel Sunlight en drie hotels in Anderlecht. In totaal zouden veertien personeelsleden niet correct zijn aangemeld bij de sociale zekerheid, waarvan vier personeelsleden, waaronder twee Mexicaanse zussen, niet eens legaal in België mochten werken.
Hoewel de beklaagden aanvankelijk verdacht werden van mensenhandel, zijn deze beschuldigingen later ingetrokken. De arbeidsauditeur, Evi De Clercq, beweert echter dat er sprake was van schijnzelfstandigheid. Hoewel sommige personeelsleden officieel als zelfstandigen werkten, bleken ze in de praktijk onder de leiding van zaakvoerster N.G. (65) uit Meise te staan. Het arbeidsauditoraat stelt dat deze schijnzelfstandigheid heeft geleid tot onderbetaling van de slachtoffers.
N.G. riskeert een boete van 67.200 euro, deels voorwaardelijk. Haar Turkse echtgenoot R.E. (70) en hun dochter B.E. (40) uit Anderlecht worden geconfronteerd met dezelfde boete. Het Openbaar Ministerie heeft ook 336.000 euro boete geëist voor de vennootschap achter de hotels, eveneens deels voorwaardelijk.
De verdediging beweert dat het onderzoek een tunnelvisie volgt en dat de inspectiediensten zich uitsluitend hebben gebaseerd op de verklaringen van het personeel. Ze benadrukken dat alleen N.G. betrokken was bij de dagelijkse leiding van de hotels, terwijl haar dochter elders werkte. R.E. was zelfs helemaal geen vennoot. Daarom hebben alle beklaagden de vrijspraak gevraagd.
De rechter zal op 10 november uitspraak doen over deze zaak.
